was de echtgenote van Jan Klaver 1e Molenweg
was de echtgenote van Jan Klaver 1e Molenweg
Jan Puijk was de oudste zoon van Henk Puijk en Pietje Mulder woonde 1e Molenweg (witte huizen)
Jenny Hogeboom-van Rijswijk 1896-1962 woonde 1e Molenweg 32
Gerrit Jan Hogeboom 1893-1940 agent der Rijkspolitie woonde 1e Molenweg 32
Richarda Josephina Rigter (Riek) getrouwd met Geurt de Jong. Woonde Langeweg 5.
Attie Klaver toen zij vier jaar oud was.
Mevr. Raven in klederdracht
Mevr. Raven in klederdracht.
Emil Luden (1863-1942). Geboren te Amsterdam werd hij al op jonge leeftijd bewoner van het Gooi: eerst te Bussum (1887) en sedert 1895 te Hilversum.
Van de begrafenis van Emil Luden wordt uitvoerig Ín de pers verslag gedaan. Hilversum. 9 januari 1942,"Hedenmorgen omstreeks vijf uur is op 78 jarige leeftijd op zíjn buiten "Spijker polder" te Hilversum plotseling overleden generaal-majoor b.d. E. Luden, voorzitter van Stad en Lande van Gooiland. Hij bezocht er het gemeentelijk gymnasium, doch staakte zijn studies omdat hij zich meer aangetrokken voelde tot den handel. Hij begaf zich daarop in Indische en andere handelszaken waarmee hij verder altijd relaties heeft onderhouden. Zo was hij o.m. commissaris van de Deli Batavia, van de Deli Batavia-Rubber Maatschappijen lid van de Raad van Bestuur der Maatschappij van Nederlandse Waterleidingen. Hij was ook degene, die in 1903 de Elektrische Spoorweg Mij oprichtte en aan wie dientengevolge de aanleg van den tramweg Amsterdam-Haarlem te danken was. De heer Luden voelde zich sterk aangetrokken tot een militaire loopbaan en na een opleidingscursus te hebben gevolgd, werd hij in 1885 tot tweeden luitenant bij de Amsterdamse schutterij benoemd, waar hij in rang opklom tot majoor. In 1904 bij de invoering van de landweerwet, richtte hij te Amsterdam de landweer op en in 1905 werd hij als eerste reserve officier benoemd tot majoor bij de landmacht. In 1908 werd hij bevorderd tot luitenant-kolonel (overste); in 1919 tot kolonel. Op 1 oktober 1926 werd hem op zijn verzoek eervol ontslag verleend in de rang van generaal-majoor".
In Hilversum teruggekeerd na de oorlog blijkt hij opnieuw maatschappelijk betrokken. In 1903 kwam een geschil tussen Erfgooiers en gemeenten over de rechten van beweiding van de meentgronden tot uitbarstingen leidde zelfs tot militair ingrijpen waarbij een dode viel. Onenigheid bleef bestaan tot in 1912 de vereniging "Stad en Lande van Gooiland" werd opgericht. Daarin speelde Luden in de jaren die volgden een grote rol. Zijn capaciteiten als militair bevelhebber, zijn overwicht, kennis van zaken en diplomatie leidden ertoe dat de rust onder de Erfgooiers terugkeerde. In diverse kranten werd hij zelfs "De koning van Gooiland" genoemd. Bíj zijn terugtreden als voorzitter werd hij in een open landauer, voorafgegaan door vier bereden marechaussees met kolbak en zestig ruiters, gevolgd door nog eens veertig erfgooiers te paard begeleid naar hotel Hamdorff in Laren, waar het afscheid plaatsvond. Na zijn overlijden in 1942 werd hij bijgezet in een eenvoudig familiegraf en ontving zijn borstbeeld een ereplaats in het Gemeenlandshuis.
Everardus (Eep) Bakker heeft gewoond op Molenweg 4.
Portretfoto van vermoedelijk een Raven in klederdracht
Foto van de moeder van Ep Raven in klederdracht
Foto van Teuntje Ravan-Raven de moeder van Ep Raven in klederdracht. Zij was een dochter van Elbert Raven en Nelletje Krijnen. Zij trouwde op 28-12-1864 te Blaricum met Elbert Raven (1837-1897)
Frederike Martine (Fritzi) ten Harmsen van der Beek (Blaricum, 28 juni 1927 – Groningen, 4 april 2009) was een Nederlandse schrijfster, dichteres en tekenares. Haar oeuvre is klein, maar toch rekenen sommigen haar tot de beste Nederlandstalige dichters van de 20e eeuw. Ze publiceerde onder zowel haar officiële achternaam Ten Harmsen van der Beek als de verkorte naam F. Harmsen van Beek.
Harmsen van Beek was de dochter van de illustratoren Eelco Martinus ten Harmsen van der Beek (1897-1953) en Freddie Langeler (1899-1948). Als kind hielp ze mee met het inkleuren van de tekeningen voor de stripreeks Flipje die haar ouders maakten. Ze woonde enkele jaren in Frankrijk, waar ze de Fransman Eric de Mareschal trouwde. Met hem kreeg ze een zoon. In Frankrijk maakte ze kennis met het originele en absurdistische werk van Henri Michaux, dat haar zeer aansprak en een inspiratiebron vormde voor haar eigen werk. Het huwelijk met De Mareschal hield geen stand en Harmsen van Beek keerde met haar zoon terug naar de ouderlijke woning in Blaricum.
Na de dood van haar vader in 1953 joegen zij en haar broer Hein het familiekapitaal, dat haar ouders verdiend hadden met onder meer de Flipje-boekjes, er in snel tempo doorheen. Toen de ouderlijke woning door geldgebrek niet meer betaald kon worden, werd de leegstaande Blaricumse villa Jagtlust aan de Eemnesserweg gekraakt.[1] Jaglust werd dankzij de bemoeienis van ambtenaar Reindert Marsman, de vader van J. Bernlef, op 5 juni 1955 voor 65.000 gulden aangekocht door de gemeente Amsterdam. Harmsen van Beek werd als huismeester aangesteld.
Op het Boekenbal van 1956 ontmoette Harmsen van Beek de dichter Remco Campert, die vrijwel direct bij haar introk. Het stel trouwde eind 1957. Jagtlust groeide uit tot een ontmoetingsplaats van de zogenaamde 'Leidsepleinscene', een bonte verzameling van Amsterdamse dichters, schrijvers, journalisten, acteurs en schilders, onder wie Simon Vinkenoog, Theo Sontrop, Ed van der Elsken, Rijk de Gooyer, Cees Nooteboom en G.K. van het Reve. Tijdens de bijeenkomsten stond niet zo zeer de artistieke creativiteit centraal, maar men kwam naar Blaricum om te drinken, te vrijen, te slapen en op het dak in de zon te zitten. Harmsen van Beek had op dat moment nog niet gepubliceerd, maar haar rol als gastvrouw in de villa zorgde ervoor dat ze in beperkte kring steeds bekender werd. In de Brief uit Amsterdam in Op Weg naar het Einde (1963) van Reve komt F. Harmsen van Beek voor als "Mevrouw Oofi". Ook de bundel Alle Dagen Feest van Campert is gebaseerd op het leven in Jagtlust. Tirade was in 1958 het eerste tijdschrift dat een gedicht van Harmsen van Beek plaatste.
Het huwelijk met Campert werd in 1960 ontbonden. Daarna volgde een lange reeks partners, onder wie Peter Vos. In 1965 maakte ze haar debuut met de dichtbundel Geachte Muizenpoot en andere gedichten. Haar faam was haar dankzij publicaties in tijdschriften al vooruitgesneld, zo had Hugo Claus haar voor haar debuut al eens "de beste hedendaagse dichter" genoemd. In de jaren daaropvolgend publiceerde ze zowel verhalen als gedichten. Ook maakte ze subtiele, minutieuze tekeningen, die onder andere in Vrij Nederland gepubliceerd werden.
Eind jaren zestig verminderde de aandacht voor Jagtlust. De vrienden van voorheen bleven weg en het huis vervuilde mede door de vele katten. In 1971 berichtte de gemeente Amsterdam dat Jagtlust per 31 mei 1971 ontruimd moest worden. Het buiten was verkocht voor 200.000 gulden aan een projectontwikkelaar. Een aantal bevriende schrijvers en uitgevers legde daarop geld bijeen, waarmee voor Harmsen van Beek een huisje in het Groninger dorp Garnwerd werd gekocht. Hoewel ze nog publiceerde en incidenteel een optreden verzorgde, leefde Harmsen van Beek in Garnwerd een teruggetrokken leven. In 1975 ontving ze de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs en in 1994 de A. Roland Holst-Penning. Ze had een jarenlange relatie met de schilder Matthijs Röling. In 2006 overleed haar zoon Gilles de Mareschal. In 2007 verruilde ze haar woning voor een verzorgingstehuis. Ze overleed op 4 april 2009. Vier dagen later vond in besloten kring de crematieplechtigheid plaats. (WIKIPEDIA)
Hendrik de Jong geboren 11-06-1885.
Een foto van Hendrik de Jong als soldaat.
Foto van een onbekende vrouw in klederdracht.
Foto van een onbekende vrouw in klederdracht.
Foto van een onbekende vrouw in klederdracht.
Vermoedelijk Hendrik de Jong geboren 11-06-1885.
Vermoedelijk Maria Krijnen geborenc16-02-1864 overleden 20-10-1917 in klederdracht.
Jacob Klaver geboren 22-06-1880 overleden 27-11-1940.
Nicolaas Klaas Rigter Geb.03 Okt.-1856 Blaricum Gest.11 Jan.1931 Blaricum
Ongehuwd,Geen kinderen, gewoond hebbende Fransepad 6 Blaricum
Klaas is een Zoon van ,Lambert Rigter 1825-1897 Blaricum en Geertruida van Hoven 1825-1900 Blaricum
Flip Diderich (-2005) woonde in een boerderij aan de Kerklaan.
Foto gemaakt tijdens de ag van het werkpaard 2006. Gijs was in het dorp ook bekend met de naam Gijs van Gerrit de kleremaker.
Foto gemaakt tijdens de dag van het Werkpaard 2006.
Johanna/Jansje Rigter Geb.19 Juni 1864 Blaricum. Gest.22 Febr.1947 Blaricum
Op 11 Febr.1908 te Blaricum gehuwd met Meeuwis Raven Geb.04 Nov.1865 Blaricum Gest.04 Febr.1939 Blaricum
Geen kinderen. Gewoond hebbende Fransepad 6 Blaricum.
Jansje Raven-Rigter is een dochter van Lambert Rigter 1825-1897 en van Geertruida van Hoven 1825-1900.
Nicolaas Rigter 3-10-1867 - 11-05-1942 architect
Wijntje van Breemen echtgenote van Elbert Ter Weijde